Informatie | Ondersteuning voor brussen

  • Uit diverse onderzoeken en behoeftepeilingen onder jonge mantelzorgers komt naar voren dat het contact met ‘lotgenoten’ een belangrijke vorm van steun is. Lotgenoten zijn mensen die zich in een vergelijkbare situatie/positie bevinden; soms ook wel ‘peers’, ‘medeweters’ of ‘gelijkgezinden’ genoemd. Het zijn in ieder geval mensen die met elkaar over hun persoonlijke ervaringen kunnen spreken en waarbij er met weinig moeite een gevoel van erkenning en herkenning ontstaat.

    Brussen vinden elkaar vooral in de BRUS-Facebookgroep. Deze groep is in 2013 opgericht door expert Anjet van Dijken. Negen brussen tussen de 13 en 26 jaar deelden in ‘De ontbijtclub’ hun gedachten en gevoelens met elkaar over hoe het is om een broer of zus met een beperking te hebben. De oude naam van deze groep komt van de populaire film uit de jaren ‘80 ‘The Breakfast Club’. Net als in de film komen daar jongeren bij elkaar met allemaal een ander achtergrond, maar ontdekken in de groep dat dat ze meer overeenkomsten hebben dan ooit gedacht. Inmiddels is de groep gegroeid tot een ware online community met ruim 300 leden. Er worden verhalen gedeeld, vragen gesteld en gezamenlijk activiteiten georganiseerd.

    "Combinatie van online én offline lotgenotencontact
    Uit onderzoek blijkt dat contact tussen JMZ niet altijd face-to-face hoeft. Gettings e.a. (2015) deden een longitudinale studie naar de effecten van lotgenotencontact via een audioconferentie systeem. Deze studie laat zien dat door een combinatie van face-to-face en digitale lotgenotensessies JMZ zich minder zorgen maken. Ook laat de studie zien dat JMZ dankzij lotgenotencontact empowered worden om hun ouders te vertellen over hun zorgen. Veel JMZ geven de voorkeur aan face-to-face contact, maar weten ook de digitale variant te waarderen (Gettings e.a., 2015; Van Dijken, 2018). Dezelfde conclusie komt uit een studie naar de effectiviteit van online en offline hulp voor JMZ van Ali e.a. (2014). Ook deze onderzoekers concluderen dat zowel online als face-to-face interventies effectief kunnen zijn, afhankelijk van de voorkeur van de JMZ. Een studie van Elf e.a. (2011) laat zien dat de specifieke voorkeur van JMZ samenhangt met het type ondersteuning. Bijvoorbeeld het delen van ervaringen en het vragen van advies en feedback zijn elementen van psychosociale ondersteuning die volgens JMZ prima online kunnen. Voor echte vriendschap is face-to-face contact echter wel een voorwaarde.” | Booijink & de Haan (2020). Dossier Wat werkt bij de ondersteuning van jonge mantelzorgers, p.44. Utrecht: Movisie

  • Wil je eens met een mantelzorgprofessional praten? Zoek dan hier het e-mailadres of telefoonnummer van een organisatie voor mantelzorgondersteuning bij jou in de buurt. Of zoek informatie voor mantelzorgers op de website van jouw gemeente.

    Steunpunten, consulenten en coaches kunnen je verder helpen, bijvoorbeeld om in de regio een aanbod voor brussen te vinden, hulpvragen te beantwoorden en te ondersteunen bij regelzaken. Daarnaast zijn er ook nog organisaties als de GGD en het Centrum voor Jeugd & Gezin die je verder kunnen helpen. Waar je precies moet aankloppen als brus verschilt per regio, want zorg vraagt om maatwerk. Lukt het niet om de juiste informatie te vinden? Neem dan contact op met de servicebalie van de gemeente of met een wijkteam.

  • School is een plek waar jongeren even uit de thuissituatie zijn. Ondanks dat jij fysiek niet thuis bent, kan het zijn dat je jouw thuissituatie mentaal wel naar school meeneemt. In het onderwijs zijn er verschillende medewerkers bij wie je ook als brus terecht kunt voor een vertrouwelijk gesprek of een vorm van ondersteuning. Denk daarbij aan mentoren, decanen, intern begeleiders, studiebegeleiders en vertrouwenspersonen.

    “Het kan per jonge mantelzorger verschillen óf en hoe vaak hij of zij behoefte heeft aan begeleiding. Op de middelbare school krijgen veel leerlingen ieder jaar een andere mentor, wat ervoor kan zorgen dat de jonge mantelzorger in één van de eerste weken nog niet zijn of haar verhaal wil doen omdat het vertrouwen nog moet groeien. Daarnaast zijn jonge mantelzorgers gewend om zichzelf op de achtergrond te zetten en bestaat de kans dat het voor jonge mantelzorgers een grote stap is om zelf naar de mentor of een docent toe te stappen. Een aantal vaste momenten (periodiek) in het jaar afspreken om even te kletsen kan hierbij helpen.” | Klankbordgroep JMZ Pro (2021). “Geen kind van de rekening!” Verbetering van de positie van jonge mantelzorgers op het VO. Een onafhankelijk advies van de Klankbordgroep JMZ Pro. Online: www.jmzpro.nl/onderwijs.

  • Merk je dat je door de zorgsituatie -en jouw rol als brus daarin- zelf mentale en/of fysieke klachten hebt? Bijvoorbeeld door stress of overspanning? Neem dan eens contact op met de praktijkondersteuner bij de huisarts (POH). Deze ondersteuner van de huisarts biedt begeleiding en behandeling voor mensen met psychische, psychosociale of psychosomatische problemen. Laat je vooral niet afschrikken door deze grote termen, want je kunt er al terecht voor een gewoon gesprek over jouw zorgen en eventuele gevolgen daarvan. Daarbij valt een verwijzing naar en bezoek aan een POH bijna altijd onder de basisverzekering. Je betaalt dus meestal geen eigen risico of eigen bijdrage.

    Kijk voor meer informatie eens op de site van POH Kennisbank.

  • Jongeren tot 18 jaar kunnen naar de Kindertelefoon bellen en met iemand over hun problemen praten en/of vragen stellen.
    Dit kan iedere dag tussen 14.00 en 20.00 uur, telefoonnummer: 0800-0432 (gratis)